What the Piep heeft die vrouw het over?

Het begint al bij de peuterspeelzaal. Ik zorg dat ik tien minuutjes te vroeg ben bij het wegbrengen of ophalen en ik plan er niets strak achteraan, zodat ik relaxt binnenstap en tijd heb voor een praatje.

Ik nodig kindjes uit om bij ons thuis te komen spelen. En de moeder erbij. Dan bak ik een cake voor bij de koffie, zorg dat het huis toonbaar is en voer geanimeerde gesprekken.

Gaat de hele klas naar de kinderboerderij en hebben ze vervoer nodig? Natuurlijk help ik mee. Ik laad mijn auto vol met kinderen en buggy’s, rijd heen en weer en help de hele middag bij het aaien van de konijnen en de geitjes.

Is mijn zoontje jarig? Dan zorg ik voor een zelfgemaakte traktatie en organiseer een feestje, compleet met zelf taartjes versieren, een speurtocht door de buurt en snoepie happen. Je weet wel; met je handen op je rug, met je hoofd in een bak water om een zuurtje van de bodem te happen. Veel werk allemaal, maar dolle pret en ik heb het graag voor mijn zoontje over. Met heel mijn hart hoop ik dat hij vriendjes krijgt.

Want dat is, als je autistisch bent, niet zo makkelijk. Zeker niet als andere mensen niet weten wat dat is. En zouden ze zich erin willen verdiepen, dan zou het al ietsje gemakkelijker zijn. Maar helaas -zo heb ik ondervonden- hebben de meeste mensen daar geen zin in.

Af en toe wordt mijn zoontje teruggevraagd om te spelen. En dat is het moment dat het spannend wordt. Want wat doe ik dan? Vraag ik of ik mee mag? Dan zit die moeder met mij opgescheept. Ja, natuurlijk kunnen we ‘gezellig’ koffiedrinken, maar misschien heeft zij daar wel helemaal geen zin in. Ik ben tenslotte niet haar vriendin…

Geef ik dan een soort uitleg?
Of juist niet?

Ik probeer verschillende dingen uit. Meestal vraag ik de eerste keer of ik mee mag om te kijken hoe het gaat en om wat meer te vertellen over wat er met mijn zoontje aan de hand is. Dan zie ik zo’n moeder kijken of ze water ziet branden; What the Piep heeft die vrouw het over? Dat joch komt toch alleen maar spelen? Daar hoef ik toch geen hele handleiding bij te krijgen?

Ze begrijpt niet dat, als ze sommige dingen niet weet, het spelen niet lukt. En voor haar maakt dat misschien niet zoveel uit, want ja, genoeg andere kinderen in de klas, toch? Maar voor mij, en mijn dierbare kindje, is dat van heel groot belang! Want wij zijn zó ongelofelijk blij dat ‘we’ weer eens gevraagd zijn…

Komt een moeder gehaast, nonchalant (zo van: mens doe niet zo moeilijk) of afstandelijk over, dan nodig ik ze bij ons thuis uit. Komt alleen het kind, dan blijf ik in de buurt, en vertaal de bedoelingen van mijn zoontje, op het moment dat ze elkaar niet begrijpen. Komt de moeder mee, dan doe ik dat ook, maar dan met haar erbij. Zodat ze kan zien wat er gebeurt en hoe ik dat oplos.

Maar ook dan gaat het soms al mis. Zie ik haar (bijna letterlijk) achteruit deinzen: ‘Oh jee, wat is dit?’ Met als (misschien wel logisch) gevolg, dat er geen uitnodiging terug komt. Ik zeg: ‘misschien wel logisch gevolg’ omdat die vrouw ook druk is met haar huishouden, werk, kinderen en zichzelf. Dat begrijp ik heel goed. En laten we eerlijk zijn: het is gewoon veel makkelijker om met ‘normale’ mensen om te gaan.

Het is zó moeilijk in te schatten; wat vertel ik wel en wat niet? Schrikt het af als ik iets toelicht? Of juist als ik niets zeg en ze er thuis -zonder uitleg- achter komt hoe raar het nieuwe vriendje van haar kind is?

Ik weet het niet.
Ik weet het oprecht niet.

En daarom vertel ik soms ook niks. Gewoon, om te kijken hoe dát dan weer gaat.

Maar je voelt het vast al op je klompen aan, lieve lezer. Uiteindelijk maakt het niks uit wat ik doe.
Het resultaat is dat andere kinderen gezellig bij elkaar thuis spelen, nachtjes uit logeren gaan of elkaar uitnodigen voor verjaardagsfeestjes.

En dat in 99 van de 100 gevallen mijn zoontje daar niet bij is.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.